doorlopende lijn Forensisch
Binnen dit thema werken we aan drie projecten om jongeren met (dreigend) forensisch gedrag sneller en beter te helpen op de plek waar ze verblijven.
- Door kinderen die een verhoogd risico lopen op een ontwikkeling richting een forensisch ontwikkelingsprofiel eerder in beeld te krijgen, kunnen ze eerder en beter geholpen worden om deze ontwikkeling ten positieve om te buigen. Deze kinderen komen het eerst in beeld waar ze de meeste tijd doorbrengen, bijvoorbeeld op school en in de wijk. Er is sprake van een preventieve insteek (onderzoek)
- Alternatieve langdurige intensieve ambulante hulp op de plek waar jeugdigen en gezinnen wonen. Doen wat nodig is; ondersteunen, compenseren en behandelen zo lang als nodig en mogelijk. Focus op het voorkomen maar ook het verlagen én verdragen van de risico’s die gepaard gaan met (ernstig) risico- en/of grensoverschrijdend gedrag.
- Daarnaast bieden we een kleinschalige woonvorm waar jongeren een normaal en stabiel leven kunnen leiden als thuis niet meer mogelijk is. Binnen de kleinschaligheid kan het gevoel van veiligheid en eigenwaarde beter gestimuleerd worden. In deze woonvorm wordt de behandeling en begeleiding ook specifiek gericht op het omgaan met gevaarlijk en grensoverschrijdend gedrag.
Casus
Ik doe vaak dingen verkeerd, maar waarom wil niemand mij helpen?
Mijn vader is een echte man en zo heeft hij mij ook opgevoed. Bij ons in de familie zorgen we voor elkaar. Dat heeft hij er letterlijk ingeramd. Hij had geen werk, maar altijd genoeg geld. Ik en mijn broers hebben al vroeg geleerd hoe je aan geld komt. Toen ik nog veel kleiner was, mocht ik al mee om door kleine doorgangen te kruipen. Mijn grote broer gaf mij mijn eerste mes. Ik moest toen wel eerst bewijzen dat ik het verdiende door er in de buurt iemand mee te steken. Dat durfde en wilde ik niet, maar ik wist ook niet hoe ik eronder uit moest komen. Ik ben zo bang voor mijn broer. Als ik het niet doe, hoor ik niet meer bij de familie. En dan loop ik zelf ook gevaar. Ik heb toen even vastgezeten, wat ik verschrikkelijk vond. Ik heb daar geleerd om nog beter voor mezelf op te komen. Je moet aanvallen voordat je aangevallen wordt. De wet van de gevangenis en op straat. Toen ik weer thuis was, werd mijn vader opgepakt en hebben mijn broers en ik gevochten met de politie. Omdat ik minderjarig ben, moest ik naar de crisisopvang. Ik vond daar een meisje leuk en ben ’s nachts naar haar kamer gegaan. Mijn neef zei me altijd dat je even door moet zetten omdat meisjes eerst altijd ‘nee’ zeggen, maar ze echt wel willen. Toen de groepsleider mij betrapte heb ik haar geslagen en mijn mes gepakt. Ik schaamde me eigenlijk, maar ik laat me niet kennen. Alles om ervoor te zorgen dat ik niet gezien word als een softie door mijn familie en vrienden. Ik weet wel dat het niet goed is, maar ik ben zo bang en weet eigenlijk niet beter dan het zo op te lossen. Ik heb geen andere manieren geleerd vanuit huis en vind het daarom moeilijk om het ‘goed’ te doen. Nu ben ik niet meer welkom op de opvang en de ambulant hulpverlener en jeugdreclasseerder komen niet bij mij thuis. Misschien moet ik terug naar de gevangenis. Ik word gestraft, maar wil eigenlijk geholpen worden.
Project Forensisch specialistisch team
Wanneer opvoeders, hulpverleners en/of behandelaren zich machteloos voelen door aanhoudend ontwrichtend gedrag van een jeugdige, wat kan leiden tot overweging om de behandeling of verblijf stop te zetten, kan het FST (Forensisch Specialistisch Team) worden ingeschakeld. Het FST kan de regie overnemen en de betrokken partijen ondersteunen bij de beperkingen die zij ervaren om door te gaan.
Het FST kan praktische problemen aanpakken, de motivatie van de jeugdige/het gezin/de begeleiding vergroten en aansluiten bij de wensen van de jeugdige en zijn/haar netwerk. Daarnaast kan het FST ingrijpen bij crisissituaties in de thuissituatie of woonvorm om stabiliteit te waarborgen. Het team bestaat uit multidisciplinaire experts met kennis op het gebied van forensische problematiek, waaronder het RNR-model. Ze zijn op de hoogte van het zorgaanbod in de regio en hebben goede samenwerkingsverbanden met belangrijke partners zoals behandelaars, schuldhulpverlening, dagbesteding en woonvormen.
Het FST heeft voldoende tijd en ruimte om zijn werkzaamheden uit te voeren. Ze worden niet gestuurd door productie-eisen, maar richten zich op wat nodig is en voor zo lang als nodig is. Bijvoorbeeld, in het geval van een hoog-risico casus kunnen er meerdere contactmomenten per week plaatsvinden.
Dit betreft een pilot waarbij ambulante hulpverlening wordt ingezet die doorgaat waar anderen stoppen. Juist wanneer er sprake is van gevaarlijk gedrag en andere zorgaanbieders afhaken, zorgt het FST voor volhardend contact om een duurzame en onvoorwaardelijke samenwerkingsrelatie met de jeugdige op te bouwen. Het FST ondersteunt de reeds betrokken verzorgers, begeleiders en behandelaren bij het ontwikkelen van deze relatie, zonder zelf langdurig onderdeel van het traject te worden. De duur van de interventie is zo kort en intensief als mogelijk, maar zo lang als nodig is.
Het FST heeft als doelen:
- Het komen tot een situatie waarin de jeugdige kan blijven wonen waar hij op dat moment verblijft (thuis of residentieel).
- Het ondersteunen van het netwerk en de dagelijkse begeleiding van de jeugdige zodat zij met behulp van de expertise van het FST verder kunnen. Hiermee verwerven het netwerk en de begeleiders extra vaardigheden op het gebied van omgaan met forensisch gedrag.
Het bieden van continuïteit als opnieuw escalatie dreigt.
Project kleinschalig wonen
Door de komst van deze kleinschalige woonvorm is er voor jeugdigen met (dreiging tot) complex, meervoudig en Forensisch gedrag een flexibel, passend aanbod aan behandeling en begeleiding, ook bij dagelijkse activiteiten, in een omgeving die voelt als een veilig thuis. De woonvorm is gebaseerd op de werkzame elementen uit de rapportage ‘Kleine groepen bij grote problemen: kleinschalige voorzieningen als alternatief voor gesloten jeugdhulp’.
De doelgroep bestaat uit Jeugdigen die niet thuis of in een andere gezinsvorm kunnen wonen, en met name bekend is bij de Regionale Expertise Teams (RET). Het betreft een groep Jeugdigen met complexe problematiek die delict gedrag en/of seksueel of agressief grensoverschrijdend gedrag vertoont (of bij wie de dreiging hiertoe in de nabije toekomst groot is).
Het gaat hier om 2 groepen:
1) Jeugdigen voor wie zorg vanuit een justitiële setting moet worden afgeschaald, maar die nog wel intensieve begeleiding nodig hebben, en
2) Jeugdigen die nog niet in een justitiële jeugdinrichting (JJI) hebben gezeten, maar daar wel terecht dreigen te komen als niet stevig wordt ingegrepen via een uithuisplaatsing en soort van heropvoeding.
Veel van deze jeugdigen hebben een gedragsstoornis, vaak in combinatie met andere stoornissen zoals ADHD of autisme, en/of een lichte verstandelijke beperking. Het hebben van een stoornis is geen vereiste om gebruik te kunnen maken van forensische zorg. Het belangrijkste criterium is echter het gevaarscriterium: wanneer deze jongeren geen passende en tijdige behandeling krijgen, vormen ze een gevaar voor zichzelf en hun omgeving. Bovendien wordt het steeds moeilijker om hun grensoverschrijdend gedrag te beperken en de onderliggende problemen en negatieve ontwikkeling aan te pakken.
De woonvorm waarin ze verblijven is een open voorziening, maar het is niet uitgesloten dat jongeren met een voorwaardelijke machtiging voor gesloten jeugdzorg ook gebruikmaken van deze woonvorm.